Akhnaton, de club aan de Nieuwezijds Kolk, heeft een nieuwe eigenaar. Volgens de oude eigenaar passen ze goed bij de tegendraadse tent. “Het zijn toch weer afvalligen in hun scène.”
De nieuwe eigenaren: René Meeuwessen en Jeroen Oosterhout
De laatste jaren gebeurde er weinig in Akhnaton, de club die hiphop en punk in Amsterdam introduceerde. Gezeur met vergunningen bracht oud directeur Marius Jurgens (56) na bijna dertig jaar aan het eind van zijn Latijn. Eerst verloor de club, die vanaf 1990 vooral plaats bood voor feesten van allochtone groepen, eind jaren negentig haar subsidie. Toen dreigde de gemeente in 2005 met sluiting wegens opstootjes voor de deur. Daarna klopte de milieudienst aan om de club een nekschot te geven. “Na 15 jaar 95 decibel te mogen produceren kwamen ze vertellen dat het maar 87 decibel mocht zijn,” zegt Jurgens.
René Meeuwessen, oud medewerker van de roemruchte club Richter en oud eigenaar van de hippe club NL, had zijn kantoor in het pand van Akhnaton en zag de ellende gebeuren. Hij had, net als zijn kompaan Jeroen Oosterhout, behoefte aan iets nieuws en namen Akhnaton over. Dankzij een financier konden ze de club grondig isoleren en verbouwen. Twee weken geleden was de nieuwe Akhnaton voor het eerst open. “We hebben er bewust voor gekozen om niet heel trendy te worden. Mensen hebben ook weer zin in gezelligheid,” zegt Meeuwessen. De club is warm ingericht, er kunnen maximaal driehonderd mensen in.
Meeuwessen heeft ook het doel van de stichting, de bevordering van wereldmuziek, overgenomen. Elke avond krijgt een andere invulling. Jazz, afrobeat, rock, Braziliaans, zigeunermuziek, maar ook dance. Met dj’s en met live muziek.
Meeuwessen zegt de naam en de stichting met liefde te hebben overgenomen, ‘er zit zo’n geschiedenis aan vast’.
Het begon in 1952 toen rebelse katholieke studenten af wilden van de oude mores van hun studentenvereniging. Ze begonnen voor zichzelf en noemden zich naar de rebelse farao. Later werd Akhnaton opgesplitst in een vereniging en een stichting voor het sociëteitswerk. Jurgens kwam er al eind jaren zestig als tiener, toen de sociëteit nog op de Oudezijds achterburgwal zat. “Je wist gewoon dat het daar gebeurde. Het was er een losgeslagen bende, orgies en alles.” De provobeweging ontstond er, Roel van Duijn riep er de Oranje Vrijstaat uit met Akhnaton was het Ministerie van Sabotage. In de jaren zeventig werden er homo-avonden georganiseerd, toen vernieuwend. “Kwamen de jongens uit Oost om te rellen, die vonden het smerig.”
In 1977 kwam Jurgens in het bestuur. In de jaren tachtig begon hij de eerste hiphopavonden in Amsterdam. De eerste avonden kwam er maar een handje vol mensen. “Maar dat was het mooie van de subsidie die we toen hadden. Het hoefde niet meteen een succes te zijn, je kon een avond laten groeien.”
Meeuwessen en zijn collega hebben van Akhnaton weer een club gemaakt waar vier avonden in de week iets te doen is, voor iedereen. En in de toekomst willen ze ook overdag open. Meeuwessen: “hier kun je toch een prachtig terras neerzetten?”
Foto: Paul le Clercq
Tekst: Liedewij Loorbach
Hoi jeroen kan je mij jullie adres geven ik bedoel van jou en mel we willen je namelijk uitnodigen op onze zilveren bruiloft, dus ik dacht laat ik het zo even doen. Groetjes andrea en nick
Geplaatst door: Andrea van der Kleij | woensdag 9 september 2009 om 21:15
Ja ik kan mij de roemruchtige jaren 80 nog goed herinneren, onder leiding van Marius en niet te vergeten Glen. Voor mij en onze vrienden was het een tweede huis waar we ons helemaal konden uitleven.
Geplaatst door: Kim Janszen | vrijdag 1 februari 2008 om 19:09